De afgelopen twee jaren hebben gemeenten veel voor hun kiezen gekregen. Ze moesten allerlei regelingen uitvoeren tijdens de coronacrisis, zoals de TOZO. Later kwamen onder meer de uitvoering voor de energietoeslag en de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Allemaal zaken die op heel korte termijn geregeld moesten worden, met de bestaande informatievoorziening. En dat ging prima. Zonder de bestaande software ingrijpend aan te passen, konden we die regelingen ondersteunen, soms al binnen een week.
Voor die nieuwe regelingen hadden gemeenten dus geen Common Ground nodig. De succesfactor waarom we dit snel voor elkaar kregen, lag niet in een fundamentele aanpassing van de informatievoorziening, maar in de nauwe samenwerking tussen gemeenten, leveranciers en de ministeries die de regelgeving maakten. Door vroegtijdig te overleggen wat eraan kwam, door goed te kijken naar wat er mogelijk is in de uitvoering van gemeenten en in de technologie, lukte het om deze regelingen snel te implementeren. Vroegtijdig afstemmen, luisteren naar elkaar en samenwerken bleek cruciaal. Wat leuk is om te vermelden: dit soort samenwerking is één van de uitgangspunten van Common Ground. Een uitgangspunt dat zich de afgelopen tijd dus ruimschoots heeft bewezen!
Ondertussen werken we ook aan een ander belangrijk uitgangspunt van Common Ground. Het ontkoppelen van data en applicaties, dat wil zeggen van de business logica en de gebruikersinterface. We doen dit als Centric bij de ontwikkeling van nieuwe software en bij doorontwikkeling van bestaande oplossingen. Zo zorgen we ervoor dat we vandaag flexibel kunnen inspelen op nieuwe wensen, terwijl we ondertussen bouwen aan de informatievoorziening van morgen. Gelukkig is de wereld iets minder zwart-wit dan met Common Ground af en toe gesteld wordt.