Het OTM is zelf geen softwareprogramma, maar een pakket afspraken voor softwareontwikkelaars in de logistieke sector om allemaal dezelfde begrippen te gebruiken. Voor een lading, een rit, adres, een transportorder en al die andere data die via computersystemen worden uitgewisseld. “Het is eigenlijk een woordenboek voor het delen van logistieke data. Een soort Dikke Van Dale waarin je alle begrippen kunt opzoeken, zodat alle programma’s dezelfde taal spreken”, zegt Wout van den Heuvel, beleidsadviseur digitalisering & innovatie van brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN).
Spraakverwarring
Jan Timmerman, business development manager bij Centric, vergelijkt het met de bouwtekening voor een gestandaardiseerde stekker. Als elke softwareontwikkelaar dezelfde stekker gebruikt, kunnen alle programma’s makkelijker op elkaar aansluiten. “Technische koppelingen zijn niet het probleem in de logistiek. Het is het gebruik van de verschillende termen. Alleen voor een rit of een trip bestaan al diverse begrippen. Dat levert zoveel spraakverwarring op. Daarom moeten we dat standaardiseren, zodat iedereen in de sector sneller digitaal met elkaar kan communiceren”, stelt hij.
Andere taal
Hoewel de digitalisering snel gaat in de logistieke sector, is data-uitwisseling soms nog een wirwar van pdf’jes, Excel-sheets, bonnetjes en telefoontjes. De meeste bedrijven hebben hun eigen systemen op orde, maar dan ontstaan er bijvoorbeeld problemen als bij drukte een chauffeur of transporteur van buiten moet worden ingehuurd. Van den Heuvel: “Waar we dan tegen aan lopen is dat verschillende softwaresystemen niet met elkaar kunnen praten. Ze spreken allemaal een andere taal. De vervoerder kan zijn data dan moeilijker doorzetten naar de chauffeur.”