Het programma dat Common Ground gaat doorontwikkelen, krijgt vorm. Het focust onder meer op de invulling van governance en financiering, beide nodig om deze informatiekundige visie breed gerealiseerd te krijgen. Het zijn voorwaarden die wij en andere marktpartijen eerder noemden als noodzakelijk voor het doen slagen van Common Ground en ik ben dan ook blij om te zien dat hier nu serieus invulling aan wordt gegeven. Common Ground wordt daarmee concreter.
Het is ook goed om te zien dat wordt gekozen om eerst af te maken waaraan gemeenten, de VNG en marktpartijen begonnen zijn. Ik doel op de API’s van Haal Centraal en die voor Zaakgericht werken. Daar ontbreken nog puzzelstukjes. Zo doen de Zaakgericht werken-API’s nu bijna hetzelfde als de oude StUF-standaarden, terwijl je natuurlijk wilt dat ze meer bieden dan dat. Want waarom zou je anders alle moeite doen om over te schakelen? Voor de Haal Centraal-API’s geldt dat gemeenten naast het ophalen van gegevens ook behoefte hebben aan notificaties wanneer gegevens in de basisregistraties wijzigen. Die service is er nog niet.
De notificatieservices worden voorlopig helaas niet ontwikkeld, zo lees ik in het blog van Mascha Kranse, bij de VNG coördinator Kenniscentrum Architectuur, en Ivo Hendriks , architect Kenniscentrum Architectuur. Ze schrijven over de koers die ze bij Common Ground gaan varen en waarin ze focussen op een overkoepelende architectuur, een API Referentie Architectuur (ARA). Die moet ertoe leiden dat de API’s uit de verschillende ‘families’, zoals Haal Centraal en Zaakgericht werken, beter op elkaar aansluiten. Dat de ARA een stevig fundament onder Common Ground gaat leggen, vind ik een goede ontwikkeling. Dat en de verdere doorontwikkelingen van alles wat nodig is om de Haal Centraal en Zaakgericht werken-API’s volledig te laten werken, is volgens mij de weg te gaan.
De VNG wil met het programma Common Ground een duidelijke prioritering aangeven. Dat is heel belangrijk, voor zowel gemeenten als marktpartijen. Want daarmee weten wij aan welke ontwikkelingen we tijd en geld kunnen besteden en weten gemeenten wat ze van hun leveranciers kunnen verwachten. Ik hoop dat de VNG en gemeenten dan ook doorpakken en duidelijke afspraken maken over welke standaarden ze willen gebruiken. Dat alle gemeenten in een bepaalde periode overgaan op die standaarden en afspreken dat dan over drie tot vijf jaar de oude standaarden echt niet meer worden gebruikt.
Ik ben positief over de keuzes die de VNG en gemeenten in het nieuwe programma Common Ground maken. Behalve over één aspect: de invulling van de governance van Common Ground. Er komt een Common Ground Board en dat is iets van de VNG en gemeenten. Marktpartijen mogen wel input leveren, maar maken er geen deel van uit. Dat vind ik een gemiste kans. Tot nu toe zijn marktpartijen heel actief betrokken bij de ontwikkeling van Common Ground. Talloze marktpartijen, wij ook, ondertekenden hiervoor het Groeipact. Die betrokkenheid is essentieel, want de kennis die nodig is voor een succesvolle implementatie wordt geleverd door marktpartijen. Daarnaast zullen leveranciers het leeuwendeel van wat in Common Ground wordt bedacht, daadwerkelijk moeten ontwikkelen. Dan is het niet meer dan logisch dat zij, via een vertegenwoordiging, ook deel uitmaken van de Common Ground Board. Als we echt resultaat willen halen met Common Ground, dan moeten we het samen doen. VNG, gemeenten én marktpartijen.