Log!Ville is het perfecte decor voor een goed gesprek over de trends en ontwikkelingen op het snijvlak van logistiek en IT. Gerenommeerde bedrijven en creatieve startups tonen in het fraaie gebouw net buiten Antwerpen hun baanbrekende ideeën en laatste innovaties. Neem bijvoorbeeld yooBee EYE, een systeem dat van elke magazijntruck een soort ‘streetview car’ maakt die voortdurend de omgeving in beeld brengt. Op basis van de beelden is het mogelijk om de exacte positie van de truck te bepalen en aanrijdingen te voorkomen. Bijkomend voordeel: handmatig scannen van de barcodes op pallets en stellingen is niet langer nodig.
Aan de slag met digitalisering voor een slimmere logistiek
Digitalisering staat hoog op de agenda van vrijwel elk bedrijf in transport en logistiek. Maar slechts een klein deel boekt succes met digitalisering. Hans Moonen legt tijdens de Transport & Logistiek Klantendag in Log!Ville uit dat digitalisering meer is dan het implementeren van nieuwe IT-systemen. “Slechts 8 procent van de businessmodellen is toekomstbestendig. Dat betekent dat 92 procent van de bedrijven vroeg of laat worden ingehaald door bedrijven die het sneller, beter of anders doen.”
Open innovatie
Een ander voorbeeld is Peripass, een yard management systeem dat met chauffeurs in hun eigen taal communiceert. Of kijk naar Convium, dat oplossingen voor voorraadbeheer biedt door gewichtssensoren onder pallets en bakken te plaatsen. Siemens demonstreert in Log!Ville de mogelijkheden van digital twins, terwijl Savoye laat zien hoe robots bakken uit tien meter hoge stellingen pakken. En Rombit legt uit hoe het internet of things kan worden toegepast om bestuurders van magazijntrucks feedback te geven over hun rijgedrag.
CEO Patrick Aertsen van Log!Ville vertelt trots over het belevings- en demonstratiecentrum, dat in het eerste jaar na de opening al 6500 logistieke bedrijven wist te trekken. “Wat Log!Ville uniek maakt, is dat dit wereldwijd het eerste open innovatiecentrum is. De meeste innovatiecentra zijn van bedrijven en alleen toegankelijk voor hun klanten en bezoekers. Dit innovatiecentrum is toegankelijk voor iedereen. Door open innovatie te propageren en bedrijven met elkaar in verbinding te brengen, gaan we sneller vooruit.”
Worstelen met digitalisering
Dat laatste is broodnodig. Nieuwe digitale technologieën zoals die zichtbaar zijn in Log!Ville kunnen helpen om onze logistieke operaties slimmer te maken, maar lang niet alle bedrijven boeken evenveel vooruitgang op dat gebied. Uit wereldwijd onderzoek van adviesbureau CGI blijkt dat vrijwel alle bedrijven in transport en logistiek digitalisering als topprioriteit noemen, maar slechts de helft heeft daadwerkelijk een digitale strategie opgesteld. En niet meer dan een kwart heeft een digitale strategie die daadwerkelijk succes oplevert. “Met andere woorden: driekwart van de bedrijven heeft nog behoorlijk wat stappen te zetten”, stelt Hans Moonen, expert in smart logistics bij CGI en deeltijdhoogleraar aan de Universiteit Twente.
Het onderzoek laat ook zien waarom bedrijven worstelen met digitalisering. Een van de redenen is dat bedrijven niet de juiste mensen in dienst hebben. Een andere reden is het bestaande IT-landschap, dat vaak als een blok aan het been fungeert. Moonen wijst op een artikel uit Harvard Business Review in 2016. “Daarin staat dat elk bedrijf ouder dan tien jaar een legacy-bedrijf is. Een bedrijf dat vast zit in verouderde systemen en processen. Ik ken bedrijven met meer dan 500 verschillende applicaties. Die worden daardoor belemmerd bij uitvoering van hun digitaliseringsplannen.”
Toekomstbestendig businessmodel
Moonen waarschuwt dat digitalisering meer is dan het implementeren van moderne IT-systemen. Digitalisering gaat ook over het aanpassen van bedrijfsprocessen en zelfs complete businessmodellen. “Dat is het belangrijkste verschil met twintig jaar geleden. Toen zagen we voornamelijk IT-gedreven veranderingen, nu zien we business-gedreven veranderingen. Veel veranderingen komen vandaag de dag voort uit de wens om data te gebruiken voor het beteren van de bedrijfsvoering. Elk bedrijf moet daarmee vroeg of laat aan de slag. Uit onderzoek van McKinsey blijkt dat slechts 8 procent van de bedrijven een toekomstbestendig businessmodel heeft. Dat betekent dat alle andere bedrijven op een gegeven moment worden ingehaald door partijen die het slimmer, sneller en anders doen.”
De kunst is om data te vertalen naar bruikbare informatie. Op dat vlak zijn de mogelijkheden flink verbeterd. “Tien jaar geleden spraken we over business intelligence. We maakten dashboards die lieten zien wat er het afgelopen jaar, maand of week is gebeurd. Dat waren louter verklarende statistieken. Nu spreken we over geavanceerdere vormen van analytics, die we in het algemeen voor drie doelen kunnen inzetten: voor het voorspellen van de vraag, voor het voorspellen van het moment waarop gebeurtenissen plaatsvinden en voor het voorspellen van risico’s en verstoringen in de keten.”
Leveringen bundelen
Een voorbeeld van de toepassing van analytics is Bestelbeter.nu, een project in Zuid-Nederland dat tot doel heeft om de beladingsgraad van distributieauto’s te vergroten. “Het probleem is dat veel bedrijven automatisch orders genereren. Als de veiligheidsvoorraad onder een bepaald niveau zakt, ontvangt de leverancier automatisch een order voor aanvulling van de voorraad. Een logistiek dienstverlener levert die order zoals afgesproken binnen 24 of 36 uur uit. Dat resulteert in heel veel kleine, suboptimale leveringen.”
Moonen laat de uitkomsten zien uit de analyse van de data van een specialist in fijnmazige distributie. Als die de volumes van alle leveringen aan een bepaalde afnemer optelt, komt hij uit op 452 volle vrachtwagens. In werkelijkheid was dit volume verdeeld over meer dan 2000 leveringen. “Als we deze leveringen zouden kunnen bundelen, hoeven we misschien maar twee in plaats van vijf keer per week te rijden. Dan hoeven we minder kilometers te rijden, minder chauffeurs in te zetten en minder CO2 uit te stoten. Ook in het warehouse biedt dat voordelen.”
Digital twin
Wie nog een stap verder wil gaan, kan denken aan het optuigen van een digital twin. “We kunnen proberen om alle gebeurtenissen in een fysieke omgeving zoals een warehouse digitaal vast te leggen. En dan op zo’n manier dat we die data kunnen gebruiken voor allerlei slimme toepassingen”, vertelt Moonen. “De NS heeft bijvoorbeeld besloten om alle data over treinen real-time te ontsluiten en beschikbaar te maken. Dat zijn data over onder meer locatie, rijsnelheid en het aantal reizigers. Die data gebruiken ze onder meer om proactief snelheidsadvies te geven, zodat treinen niet te dicht op elkaar komen te rijden. Daarmee voorkomen ze dat machinisten vol in de remmen moeten.”
Wat logistieke bedrijven parten speelt, is dat ze dit soort optimalisaties nooit alleen kunnen uitvoeren. Er is altijd sprake van interactie met andere ketenpartners. Hoe die interactie verloopt, is afhankelijk van de mate waarin deze ketenpartners data delen. “In 1974 riep de econoom John Kenneth Galbraith al dat we twee dingen kunnen doen om de onzekerheid in de keten te reduceren: leren om de informatie beter te verwerken of investeren in een betere koppeling met ketenpartners. De afgelopen vijftig jaar hebben we vooral geïnvesteerd in het eerste, veel minder in het tweede.”
Federatief data delen
Data delen kan op verschillende manieren. De traditionele manier is het maken van bilaterale koppelingen tussen twee bedrijven zoals bij EDI-koppelingen. Het nadeel is dat deze manier niet schaalbaar is: voor elke ketenpartner is weer een nieuwe koppeling nodig. “Daarom zijn we een jaar of twintig geleden gestart met het bouwen van centrale datahubs, zoals Portbase in de Rotterdamse haven of Cargonaut op Schiphol. Ook die aanpak heeft nadelen, want daarvoor moet alle data centraal worden opgeslagen. Elke keer als er iets verandert, moet die centrale database worden geüpdatet.”
Moonen pleit voor een andere oplossing: federatief data delen. Daarbij blijft alle data in de bron staan en krijgen andere partijen toegang tot die bron. “Die toegang moeten we dan wel netjes regelen. Als iemand toegang vraagt, moeten we kunnen identificeren wie die partij is, kunnen authenticeren dat die partij is wie die zegt te zijn en checken of die partij geautoriseerd is om data op te vragen. Daarnaast moeten we afspraken over een semantisch datamodel, zodat we geen misverstanden krijgen over de betekenis van data.”
Afstemming in de keten
Om het belang van federatief data delen te benadrukken wijst Moonen op een whitepaper van de Nederlandse Topsector Logistiek. Daarin wordt gesteld dat bedrijven in de logistiek drie categorieën data delen: contractuele data zoals in orders en facturen, compliance-data die overheidsinstellingen en douaneautoriteiten willen ontvangen en coördinatie-data. “Als we tot nu toe spraken over het delen van data, ging het vooral over die eerste twee categorieën. De grote uitdaging betreft het delen van de derde categorie data. Dat gaat onder meer over afstemming met ketenpartners waarmee je zelf geen contractuele relatie onderhoudt, maar waarvan je wel wilt weten hoe laat ze leveren. Juist op dit laatste punt kan federatief data delen een belangrijke rol vervullen.”
Voordat alle deelnemers Log!Ville verlaten, geeft Moonen hen nog een laatste boodschap mee. “Onthoud dat digitalisering niet alleen gaat over technologie, maar ook over businessmodellen en bedrijfsprocessen en over mensen en organisaties. Denk daar eens over na. Hoe kun je je bedrijfsvoering verbeteren door een stap verder te gaan op het gebied van digitalisering en door data real-time te ontsluiten voor nieuwe applicaties?”