Landelijk staan 560 organisaties (14,7% van het totaal) er financieel niet goed voor. Dit is gebaseerd op 11 financiële en hrm-indicatoren, zoals liquiditeit, winst, solvabiliteit, ziekteverzuim, uitstroom, overhead en inhuur.
Bij 260 organisaties (6,8% van het totaal) zijn er signalen van onrechtmatigheid. Dat is nog niet meteen bewijs, maar geeft wel aan dat er in de jaarrekening opmerkelijke cijfers staan. Dat kan gaan om een zeer hoge winst, een heel laag aandeel personeelskosten, een zeer hoge honorering van de bestuurder, of een zeer hoge omzet per fte. Hoe een kwaadwillende precies geld uit de organisatie wil trekken is nog onduidelijk, maar helder is wel dat het geld in zo’n geval niet wordt besteed aan personeelsinzet.
Deze analyse is ook mogelijk per gemeente en per inkoopregio. Tevens kun je in het online dashboard elke stip op de kaart ‘aanklikken’ om te kijken om welke organisatie het gaat en wat de onderliggende scores zijn. De analyse vormt geen bewijs, maar heeft een signaalfunctie.
Deze analyse moet overigens niet meteen aanleiding zijn om extra geld aan de zorgaanbieders te verstrekken om de financiële problemen op te lossen. Het belangrijk om eerst de informatievoorziening te verbeteren. Zo geven diverse inkopers aan dat financiële problemen ook bewust veroorzaakt kunnen zijn, door geld uit de organisatie te halen. Zo is er een organisatie die geld leent tegen 9% rente van een andere organisatie met dezelfde eigenaar. Geld dat daarvoor nog in de organisatie zat.
Analyse 6: Herindicatie en uitstroom
Het slotstuk van de analyse vormt het resultaat van de zorg. Leidt dit tot uitstroom uit de zorg of toch tot herindicatie? Is het doel gerealiseerd? Wat was de behandelduur? Hoe tevreden is de cliënt? Hoeveel uitval was er? Hoeveel mensen hadden binnen een half jaar opnieuw zorg nodig? En in welke mate verschilt dit tussen aanbieders? Dat is belangrijke informatie om te bepalen met welke aanbieders je door wilt. En met welke een goed gesprek nodig is.
Maar eerst: de data op orde!
Gemeentelijke stuurinformatie blijkt vaak achterhaald en onvolledig. Na indicatie raakt de cliënt uit zicht, terwijl juist dan kosten worden gemaakt. Deze komt pas weer in beeld bij het betalen van de factuur. Gemeenten hebben daardoor geen goed zicht op hun kosten en resultaten, waardoor prognoses onjuist zijn en goed sturen onmogelijk is.
Dit na-ijleffect manifesteert zich vooral bij managementinformatie over de jeugdzorg en veel minder bij de Wmo en PGB’s. Bij de jeugdzorg lopen de indicaties niet alleen via de gemeente, maar ook via externe verwijzers. De achterstand wordt pas bij het opstellen van de jaarrekening in mei iets ingelopen omdat dan een inschatting wordt gemaakt van dit ‘onderhanden werk’. Overigens worden gemeenten ook bij de Wmo verrast door tegenvallers, vooral door gebrek aan inzicht in de instroom.
Belangrijk is dat het proces van melden en factureren veel strakker gaat verlopen. Dit vereist twee zaken. Ten eerste dient de zorgaanbieder 5 dagen na aanvang van de zorg een melding naar de gemeente te sturen. Ten tweede dient de zorgaanbieder te declareren binnen 30 dagen. In dat geval heeft de gemeente begin februari inzicht in alle kosten. Het melden en declareren verloopt nu traag. De eerste stap is dan ook om twee analysen te maken:
- Wat is per zorgaanbieder het percentage meldingen dat daadwerkelijk binnen 5 dagen na start van de zorg wordt verstuurd?
- Wat is het percentage declaraties per zorgaanbieder dat daadwerkelijk binnen 30 dagen na het einde van de zorg naar de gemeente wordt gestuurd?
Waar beginnen?
Begin met de zwakste schakel. Het is raadzaam om een eerste snelle analyse te maken, om vast te stellen welke dit is. Neemt de instroom toe, dan is het goed om in te zoomen op de verwijzers: wie verwijst naar wie? En hoe functioneert de gemeentelijke toegang? Stagneert de uitstroom, dan is het zaak om een analyse te maken van de herindicatie en afschaling en het gesprek daarover aan te gaan met zorgaanbieders. En stijgen de kosten per cliënt sterk, ook dan is het zinvol om een analyse te maken van zorgaanbieders.
Deze laatste analyse hebben wij al gemaakt, door alle jaarrekeningen van Nederlandse zorgaanbieders te analyseren. Het is zaak deze externe data te gaan gebruiken bij de gesprekken die je als gemeente toch al voert.