Begin maart bezocht ik Kopenhagen, met een interessant gezelschap vanuit gemeenten, leveranciers en de VNG. We leerden er veel over het Deense model. De Deense overheid werkt al ruim twintig jaar met een centraal gestuurde digitalisering, met wetgeving die dit mogelijk maakt, een duidelijke visie en kaders en in nauwe samenwerking met leveranciers. De ‘common ground’ waar wij in Nederland aan werken, hebben zij al gerealiseerd.
De Deense droom
De Deense overheid besloot twintig jaar geleden de digitalisering radicaal anders aan te pakken. Inmiddels is het resultaat goed zichtbaar. Daar kunnen wij in Nederland van leren bij het verder brengen van Common Ground. Een droom die werkelijkheid wordt is altijd een mooie bron van inspiratie. Er is wel werk aan de winkel. Wel moeten we nog een aantal stappen nemen voor de Deense droom bij ons werkelijkheid kan worden!
Tikkeltje eigenwijs
De Deense situatie is enigszins afwijkend van die in Nederland, dat is een feit. Dat neemt niet weg dat we veel kunnen leren van de Denen, zoals we ook kunnen leren van andere landen, zoals Estland en België. Maar wij zijn Nederlanders, een tikkeltje eigenwijs, dus doen we het op onze eigen manier. Toch doet het mij een beetje pijn dat Denemarken op de derde plaats staat in de ‘digitaliseringsranglijst’. Zeker als je weet dat Nederland ooit op die plek stond en nu is afgezakt naar de middenmoot. Mijn oproep is dan ook: laten we leren van Denemarken en het succesvolle model vertalen naar de Nederlandse context. Laten we niet de focus leggen op de uitzonderingen, maar kijken naar onze ‘common ground’.
Gezamenlijke basis
Een paar dingen springen er wat mij betreft uit. In Denemarken organiseert een centrale organisatie, KOMBIT, de IT voor alle gemeenten. Die startte in 2009, met een startkapitaal van 200 miljoen euro. De Deense overheid gebruikt bovendien een gezamenlijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling. Met generieke diensten, zoals één portaal voor alle zaken tussen overheid en burgers en één e-mailadres voor alle communicatie met de overheid. Die gezamenlijke infrastructuur is de basis die randvoorwaardelijk bleek voor verdere digitalisering. Die hebben de Denen gestructureerd en centraal aangepakt. Als je daar meer over wilt weten, lees dan het verslag dat Sandra van Wijngaarden, programmamanager Common Ground, maakte van ons bezoek aan Kopenhagen.
Anders aanbesteden
Opvallend vind ik dat de Denen de aanbesteding van IT heel anders organiseren. Dat gaat via KOMBIT en die selecteert één leverancier per oplossing of domein, voor maximaal tien jaar, voor alle gemeenten. Het is geen verplichting, maar bijna elke gemeente doet mee omdat dat veel efficiënter is dan zelf aanbesteden. We kunnen leren van die insteek. Als gemeenten gezamenlijk een bestek maken en samen aanbesteden, uiteraard volgens de principes van Common Ground, dan werken we toe naar een generieke infrastructuur. Uit zo’n aanbesteding kan een lijst met leveranciers komen die aan de aanbestedingseisen voldoen, waar gemeenten dan via een minicompetitie uit kunnen kiezen.
IT-inzichten die je niet mag missen
Als eerste op de hoogte zijn van de laatste IT-ontwikkelingen? Schrijf je in voor onze maandelijkse nieuwsbrief.
Keuzevrijheid en geld besparen
Als je het op deze manier organiseert, dan kunnen gemeenten via een minicompetitie kiezen uit een lijstje aanbieders die aan de aanbestedingseisen voldoen. Zo blijft er concurrentie en dus keuzevrijheid, innovatie en een gezonde markt. Het lost bovendien een ander probleem op: de grote bedragen die gemeenten en leveranciers nu kwijt zijn aan aanbestedingskosten. Afhankelijk van de complexiteit zijn die tussen de 30.000 en 75.000 euro per aanbesteding, voor zowel leverancier als gemeente. Als je meer collectief gaat aanbesteden, dan scheelt dat dus ook veel geld. Geld dat gemeenten veel beter aan maatschappelijke opgaven kunnen besteden. Alleen als besparingsoperatie is zo’n aanpak al meer dan de moeite waard.
Samen organiseren
Mijn belangrijkste conclusie na het bezoek aan Denemarken is dat we als gemeenten en leveranciers nog beter kunnen werken aan een generieke basis. Techniek maakt daar slechts een beperkt deel van uit, het gaat er vooral om dat je het (samen) organiseert. In Denemarken spreken ze over 20% techniek en 80% organisatie. Met een generieke basis kunnen we de Deense droom vertalen naar de Nederlandse werkelijkheid.
Ik vond het heel mooi om te zien dat we in Denemarken als gemeenten, VNG en leveranciers gezamenlijk inspiratie opdeden. In het Groeipact Common Ground hebben we opgeschreven dat we samen werken aan het bereiken van de doelstellingen van Common Ground. Er is sinds die tijd veel over gepraat, maar er is nog niet veel samen ontwikkeld. Laten we daar snel mee beginnen, met de Deense droom in ons achterhoofd.