In eerdere blogs schreef ik over de kenmerken van GOV-AI. Om als overheid op een verantwoorde en veilige manier AI te gebruiken, moet die aan een aantal voorwaarden voldoen. Een paar van deze voorwaarden zijn extra relevant in deze tijd van geopolitieke spanningen. Organisaties willen niet meer (te) afhankelijk zijn van niet-Europese leveranciers en zijn daarom op zoek naar alternatieven. Dat geldt zeker ook voor de overheid. Maar wat betekent dit voor de AI die je als overheid wilt gebruiken? Twee dingen zijn hiervoor belangrijk: de cloudomgeving waar de AI-toepassing draait en het AI-model dat je gebruikt.
Onafhankelijkheid is belangrijk
Om afhankelijkheid van een specifieke cloudaanbieder te voorkomen, moet GOV-AI cloudagnostisch zijn. Dat betekent dat je niet gebonden bent aan een specifieke cloud en dus altijd kunt switchen van aanbieder. De vraag naar digitale soevereiniteit geeft hieraan een extra dimensie: organisaties willen minder afhankelijk worden van niet-Europese aanbieders, ook als het gaat om het gebruiken van AI vanuit de cloud. Als Centric komen we aan die vraag tegemoet met een volledig Nederlandse cloud, waarmee we de digitale soevereiniteit borgen. Dat betekent onder meer dat data in deze cloud uitsluitend wordt opgeslagen in Nederlandse datacenters, buiten het bereik van buitenlandse wetgeving zoals de Amerikaanse Cloud Act.
Wat geldt voor de cloud, geldt ook voor de AI-modellen die worden gebruikt. Zoals taalmodellen (LLM). Die toepassing moet LLM-agnostisch zijn, zodat deze niet gebonden is aan een specifiek taalmodel. Dit heeft een aantal voordelen: je kunt makkelijk overstappen als er een geavanceerder taalmodel beschikbaar komt. En je kunt switchen als de aanbieder van een taalmodel niet meer past bij jouw organisatiedoelstellingen, of misschien door (geo)politieke overwegingen niet meer voor jou beschikbaar is.