De meest opvallende uitkomst vond ik echter op pagina 41, bij de verwerking van de antwoorden op de vragen over blockchain threats. Volgens de ondervraagden zijn 'overheden weinig gemotiveerd om zo’n transparant, niet-muteerbare en veilige technologie voor te stellen als oplossing; daarbij komt dat het ook cruciaal is te begrijpen dat de fundamenten van deze technologie gebaseerd zijn op het principe van decentralisatie. Als decentralisatie en openheid niet de voorkeur hebben, dan zijn dit natuurlijk ook nooit voorwaarden voor een glansrijke technologische toekomst.'
Narekenen
Het is goed om het aspect van decentralisatie in relatie tot blockchain te duiden. Het gaat hier om wat ook wel distributed ledger heet, een gedeeld grootboek. Dit betekent dat er op allerlei plaatsen exacte kopieën zijn. Bij publieke blockchains is het niet mogelijk om de gehele inhoud af te schermen, het is zelfs de bedoeling dat iedereen kan narekenen of de blocks de juiste inhoud bevatten (niet-muteerbaarheid). Overigens kunnen de transacties zelf natuurlijk encrypted zijn.
Vragen die bij me opkwamen waren: geldt dit ook voor Nederland? Wat zou een overheid verliezen bij transparantie door decentralisatie? En is decentralisatie niet de ultieme vorm van Wet Openheid Overheid (v/h WOB)? Toen dacht ik: ‘nee, dat kan niet gelden voor Nederland. We hebben toch een open en transparante overheid? Er kan toch niets tegen decentralisatie van de data zijn?’
Juist niet transparant?
In een achtergrondartikel van de Universiteit Utrecht stelt bestuurskundige Stephan Grimelikhuijsen echter: “Bij politieke of anderszins gevoelige onderwerpen is transparantie vaak minder goed voor het vertrouwen. Hoe minder politiek een organisatie is, des te meer vertrouwen wek je door naar buiten te treden met transparantie.” Dit artikel heeft mij geleerd dat in besluitvormingsprocessen er tijdelijk non-transparantie moet zijn om vrijuit de opties te kunnen bespreken en dat openbaarmaking achteraf wel helpt in het vertrouwen.