Bij hybride auto’s wordt de complexiteit en het onderhoud van een traditionele motor gecombineerd met de technologie van een elektro-auto. Je moet ook twee keer ‘tanken’. Technisch gezien is het best complex om die twee werelden goed samen te laten werken. Bovendien mis je met een hybride auto de eenvoud van volledig elektrisch rijden. Je kunt je afvragen wat de voordelen van zo’n auto dan daadwerkelijk zijn. In de praktijk maken we de keuze vaak met onze portemonnee: op hybride auto’s zit veel subsidie!
Schil
Hoe zit het dan met een hybride cloud of multi cloud? Ook dit is technologisch complex, maar omdat het om software gaat (infrastructure as code), kun je er een schil overheen leggen die de complexiteit grotendeels aan het oog onttrekt. Zo zou je een private cloud en een publieke cloud kunnen combineren, zonder direct de nadelen van de twee clouds te ervaren. Maar ook zo’n schil vraagt om inspanning en dus geld, en helaas, er zit geen subsidie op een hybrid cloud. De vraag blijft dus: waarom zou je voor een hybride versie kiezen?
Waar komen we vandaan?
Even een blik in de achteruitkijkspiegel: we komen van een IT-omgeving, waarin traditionele file-share-applicaties en client-server-applicaties lange tijd de norm waren. Beveiliging speelde zich af binnen het lokale netwerk. Toen kwam het internet, met voor de consument allerlei handige toepassingen, zoals websites en e-mail. SaaS avant la lettre! Vervolgens werd onze eigen ‘computerruimte’ uitgebreid met Citrix-oplossingen (en varianten van VMware en Microsoft). Die gecentraliseerde werkplek in het LAN kon via het internet veilig ontsloten worden naar de laptops van de medewerkers. Je zou kunnen zeggen dat dit de eerste hybride oplossing was, waarbij de publieke infrastructuur – het internet in combinatie met privé pc’s – werd gekoppeld aan de private cloud: je eigen, al dan niet uitbestede, datacenter. Jarenlang was dit de architectuur waar we tevreden mee waren: we konden met onze applicaties en data overal ter wereld (samen)werken. En met iedere computer die in staat was met het internet te verbinden. Maar zoals het met technologie wel vaker gaat, waren we nog niet helemaal tevreden. Er stonden ons twee grote ontwikkelingen te wachten.
Opkomst van de smartphone
De eerste ontwikkeling was de opkomst van de smartphone: geboren en beheerd met het internet in gedachte. Naast de client-server-architectuur ontstond er al snel de app-cloudsoftware, zoals we die nu nog steeds kennen: allerlei handige toepassingen waarbij de front-end als ‘app’ op de smartphone staat en data presenteert die in de cloud wordt bijgehouden. Deze apps worden centraal beheerd door de leverancier en wereldwijd automatisch via appstores gedistribueerd. Het begrip consumerisation of IT vorm kreeg hierdoor tractie. Het duurde dan ook niet lang voordat ook de zakelijke e-mail (=cloud) op de smartphones terechtkwam.
Eén versie van de software
En dan de tweede ontwikkeling: de geschetste eenvoud van de app-cloud-architectuur staat in schril contrast met het steeds complexer worden van de traditionele client-server-infrastructuur. Door de sterker wordende afhankelijkheid van IT en de risico’s op dataverlies (door kwaadwillende of gebrekkige techniek) werden we genoodzaakt complexere IT-voorzieningen in te zetten. Ieder bedrijf was zo – voor zichzelf – druk om alle software continu up-to-date te houden met de nieuwste technologie en voorzieningen te beheren om data altijd beschikbaar te houden. Dat kon slimmer, namelijk met SaaS, oftewel de app-cloud-technologie voor enterprise-software. Een versie van de software die door de leverancier veilig en actueel wordt gehouden en waar iedere klant zijn eigen database aan kan koppelen. Salesforce en Google waren in die tijd lichtende voorbeelden en zijn nu de norm. Zij werkten eerst nog met een specifiek account per SaaS-applicatie, en gaandeweg gefedereerd, met een centrale gebruikersregistratie, zoals Okta, Ping, Active Directory en nu ook Entra.
Beveiligingstechnisch werd er natuurlijk een flinke bres geslagen in de traditionele LAN/Citrix-benadering. Dit is deels opgelost met een zerotrustbeleid, waardoor alleen vertrouwde (met MDM-beheerde) werkplekken worden toegelaten tot de SaaS-applicaties. Iedereen heeft nu een zakelijke laptop, tablet of smartphone, en kan dus plaatsonafhankelijk werken. En dat komt goed uit, want de thuis-pc’s zijn snel afgenomen met de opkomst van smartphones en tablets.
Oud en nieuw naast elkaar
Waarom dan nu de discussie over welke cloud het beste bij ‘ons’ past? Dat is eigenlijk eenvoudig te verklaren. We leven in een tijdperk waarin oude en nieuwe technologieën naast elkaar bestaan. Bijvoorbeeld eigen datacenters met fileserver- en client-server-toepassingen en SaaS. Bovendien hebben veel grote bedrijven nog veel zelfontwikkelde software, die vaak nog op een traditionele infrastructuur draait. De weg naar een meer open en flexibele IT-architectuur, die minder operationele aandacht vraagt, is voor veel bedrijven zeer aantrekkelijk. Vooral de technische kant van de IT is immers een hulpmiddel en geen doel op zich. De weg naar de cloud zal voor veel bedrijven betekenen dat SaaS de norm wordt. Maar ondertussen worstelen veel bedrijven nog met hun eigen traditionele toepassingen in hun eigen datacenter: gaan we dat datacenter behouden of zetten we dat in de cloud? En in dat laatste geval: welke cloud dan? Tegelijkertijd speelt ook nog de discussie rondom allerlei wet- en regelgeving over privacy. De grote publieke cloudleveranciers zijn zonder uitzondering Amerikaans. Hoe zit het met de data die op ‘hun’ servers staat? Ook deze discussie laait telkens op.
Nauwkeurige analyse
De kernvraag is: hoe combineren we onze legacy-applicaties op de slimste, kostenefficiëntste en betrouwbaarste manier met moderne as-a-service oplossingen? En dan bedoelen wij als IT-partner vooral IaaS- en PaaS-bouwstenen. Die transitie vergt een nauwkeurige analyse van alle toepassingen, hun specifieke kenmerken en het toekomstbeeld van de leverancier. Hoelang hebben we nog ‘eigen’ servers nodig? Hoe veilig en betrouwbaar moet onze data zijn? Welke risico’s vinden we nog acceptabel en welke niet meer? Welke inzichten hebben we nu over de kosten per toepassing en wat vertelt ons dat over de meest logische oplossing? Heeft het zin om best-of-breed te kiezen of heeft het de voorkeur te kiezen voor een meer universele oplossing? Dat is waar de échte discussie over gaat.
Onze cloudarchitecten helpen je graag bij deze complexe puzzel en creëren waar nodig een multi-cloud-oplossing die transparant is. Dus geen stroomsnoer en brandstofslang richting je hybride auto, maar IT-uit-de-muur, zoals de cloud bedoeld is.
